Dit
liedje is bedoeld voor de kleuters, wij gaan alles voor muziek doen aan de hand
van dit liedje.
De les:
Tijdens deze les
komen er drie begrippen aan bod van muziek, namelijk:
-
Luisteren
tijdens de muziekles.
-
Het
zingen en aanleren van muziek.
-
Het noteren
en vastleggen.
Doel van de les:
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen het liedje “in ons huis” zingen.
Voorbereidingen die
getroffen moeten worden:
-
Er
moeten verschillende geluiden in huis opgenomen worden.
-
Zorgen
voor een mogelijkheid om deze geluiden af te spelen.
-
Een
groot vel papier.
-
Een
dikke stift.
-
Praatplaat
van een huis.
De les:
-
De les begint
met het luisteren van een geluid uit huis. Hierbij moeten de leerlingen raden
wat het geluid is en op de praatplaat wijzen ze aan waar dit geluid thuishoort.
-
Ditzelfde
wordt bij nog een paar andere geluiden uit huis gedaan.
-
De
leerkracht vertelt de leerlingen dat hij/zij een leuk liedje heeft over
geluiden in huis.
-
De leerkracht
zingt het liedje voor.
-
Om
het nummer bekender te maken voor de leerlingen zingt de leerkracht het lied
nog een keer voor (de leerlingen die denken dat ze al een deel mee kunnen
zingen, mogen mee zingen), maar dit keer
moeten de kinderen erop letten welke geluiden er in het huis te horen zijn.
-
Er
wordt besproken welke geluiden er te horen zijn. Samen met de klas wordt
besproken hoe deze uitgebeeld kunnen worden. Ook wordt er een beweging
verzonnen bij "maar ik
luister goed, want ik wil alles horen".
-
De
leerkracht zingt het lied nog een keer (de leerlingen mogen al proberen mee te
zingen), de bewegingen
worden bij de geluiden gemaakt.
-
Het
zingen van het lied en het uitbeelden van de geluiden wordt nog een paar keer herhaald.
-
Leerkracht
vraagt aan de leerlingen hoe de regel "soms klinkt het heel er hard" gezongen
kan worden. En hoe dan de regel "soms klinkt het heel erg zacht".
-
Het
lied wordt nog een keer gezongen, maar nu met de gebaren en het harder en
zachter zingen.
-
Het
lied wordt nog een paar keer gezongen.
-
De leerkracht stelt aan de klas voor om het
nummer op een of andere manier op te schrijven zodat iedereen weet en ziet waar
ze zijn met zingen en hoe het liedje verder gaat.
-
De
leerkracht vraagt aan de kinderen hoe de woorden “in ons huis” zo getekend
kunnen worden zodat iedereen in de klas snapt waar het over gaat. Dit teken
tekent de leerkracht helemaal links bovenin (het begin van de vastlegging). Om deze
tekening wordt een vierkant getekend (voor het overzicht).
-
Vervolgens
vraagt de leerkracht hetzelfde over het stukje “klinken heel veel geluiden” Deze
tekening komt rechts van de eerste tekening te staan.
-
Zo gaat
de leerkracht samen met de klas heel het nummer af.
-
Wanneer
het vastleggen van het lied klaar is wordt het lied gezongen en wijst de leerkracht
steeds aan waar ze zijn.
-
Het lied
kan zo nog een paar keer herhaald worden, als hier nog aandacht/behoefde voor
is.
Mindmap van muziek:
Zingen en
aanleren van muziek:
Dit nummer heeft als doelgroep de kleuters.
-
Om
de leerlingen kennis te laten maken met het nummer zingt de leerkracht het
nummer eerst een
keer voor.
-
De
leerkracht vraagt aan de leerlingen waar het liedje over gaat, de leerlingen
denken hierover na en antwoorden. Eventueel zingt de leerkracht het lied nog
een keer.
-
Om
het nummer bekender te maken voor de leerlingen zingt de leerkracht het lied
nog een keer voor (de leerlingen die denken dat ze al een deel mee kunnen
zingen, mogen mee
zingen), maar dit keer moeten de kinderen erop letten welke geluiden er in het
huis te horen zijn.
-
Er
wordt besproken welke geluiden er te horen zijn. Samen met de klas wordt
besproken hoe deze uitgebeeld kunnen worden. Ook wordt er een beweging
verzonnen bij "maar ik
luister goed, want ik wil alles horen".
-
De
leerkracht zingt het lied nog een keer (de leerlingen mogen al proberen mee te
zingen), de bewegingen
worden bij de geluiden gemaakt.
-
Het
zingen van het lied en het uitbeelden van de geluiden wordt nog een paar keer herhaald.
-
Leerkracht
vraagt aan de leerlingen hoe de regel "soms klinkt het heel er hard" gezongen
kan worden. En hoe dan de regel "soms klinkt het heel erg zacht".
-
Het
lied wordt nog een keer gezongen, maar nu met de gebaren en het harder en
zachter zingen.
-
Het
lied wordt nog een paar keer gezongen, totdat het goed gaat of totdat de
leerlingen het
niet meer vol houden. Wanneer het laatste het geval is kan er een andere keer verder
geoefend worden.
Spelen op
instrumenten:
Dit doen
we op het net aangeleerde nummer, "in ons huis". Deze les wordt
gegeven in de kring.
-
Het
lied wordt nog een keer gezongen voor de herhaling.
-
De
leerkracht haalt verschillende muziekinstrumenten tevoorschijn.
-
De
leerkracht vraagt een leerling naar voren te komen en een van de muziekinstrumenten te
bespelen. De rest luistert goed.
-
De
leerkracht vraagt aan de klas of dit geluid gebruikt kan worden om een van de
geluiden in huis na te
spelen. Zo ja welk geluid? Dit muziekinstrument wordt apart gelegd.
-
Hetzelfde
wordt gedaan met de andere muziekinstrumenten. Ook wordt er een geluid gezocht voor de regel
"maar ik luister goed, want ik wil alles horen".
-
Van
ieder muziekinstrument zijn er minimaal 2 aanwezig. De leerkracht deelt de gekozen
muziekinstrumenten willekeurig uit. De leerlingen met muziekinstrumenten bespelen
hun muziekinstrument wanneer er over het bijpassende geluid gezongen wordt, de
leerlingen zonder muziekinstrument zingen het liedje.
-
De
instrumenten kunnen gewisseld worden.
-
De
leerkracht geeft de leerlingen met muziekinstrument de instructie om heel hard
te spelen bij het
stukje "soms klink het heel erg hard" en zachtjes te spelen bij het stukje
"soms klinkt het heel erg zacht".
-
Nu
kan het liedje nog een paar keer gespeeld worden.
Noteren en vastleggen:
We gaan dit doen aan de
hand van het aangeleerde nummer.
-
Het lied
“in ons huis” wordt nog een keer gezongen/herhaald.
-
De
leerkracht vraagt aan de kinderen hoe de woorden “in ons huis” zo getekend
kunnen worden zodat iedereen in de klas snapt waar het over gaat. Dit teken
tekent de leerkracht helemaal links bovenin (het begin van de vastlegging). Om deze
tekening wordt een vierkant getekend (voor het overzicht).
-
Vervolgens
vraagt de leerkracht hetzelfde over het stukje “klinken heel veel geluiden”. Deze
tekening komt rechts van de eerste tekening te staan.
-
Zo gaat
de leerkracht samen met de klas heel het nummer af.
-
Wanneer
het vastleggen van het lied klaar is wordt het lied gezongen en wijst de leerkracht
steeds aan waar ze.
-
Het lied
kan zo nog een paar keer herhaald worden, als hier nog aandacht/behoefde voor
is.
Luisteren tijdens de
muziek les:
Neem geluiden op in
huis. Zorg dat je geluiden uit allerlei kamers hebt, zoals de telefoon, de
waterkoker, de computer, de wekker, een hamer, de klok, de tv, spelende
kinderen enz. Laat de kinderen raden wat het geluid is. Eventueel kun je ze
vragen of ze weten uit welke kamer het geluid komt. Gebruik hier een praatplaat
van het huis bij, waar de kinderen naar kunnen kijken terwijl ze luisteren. Sommige
geluiden kun je in meerdere kamers horen.
Voorbeeld van een
praatplaat (voor grote versie zie de mindmap):
Voorbeelden van geluiden die opgenomen kunnen worden:
-
Het bad dat volloopt
-
De deurbel die gaat
-
Iemand die zijn/haar
haar föhnt
-
De telefoon die gaat
-
Iemand die zich
scheert
-
Klok die tikt
-
De stofzuiger
Bewegen op muziek:
-
Het
nummer “in ons huis” is in de vorige lessen aan geleerd, aan de hand van een
paar kleine bewegingen. In deze les worden deze bewegingen vergroot en de “lege
stukken” worden opgevuld.
-
Om te
beginnen wordt het liedje “in ons huis” herhaald/gezongen.
-
De
leerkracht wijst de leerlingen erop dat de bewegingen die ze maken al bijna op
een dansje lijkt. De leerkracht stelt voor om er een echt dansje van te maken.
-
De
leerkracht stelt voor om terwijl de leerlingen het liedje zingen er vrij
bewegingen bij te maken.
-
Een paar
leerlingen mogen hun beweging aan de klas voordoen. De rest probeert deze bewegingen
na te doen.
-
De
leerkracht bespreekt met de klas hoe de “kleine” bewegingen groter
gemaakt/gedaan kunnen worden.
-
Deze
bewegingen worden stap voor stap ingevoerd in de muziek.
-
Wanneer
dit goed lukt kan de leerkracht samen met de klas op zoek gaan naar een beweging
om de tijd op te vullen wanneer er nog geen bewegingen zijn.
-
Het
liedje wordt nog een paar keer gezongen met het hele dansje erbij.