dinsdag 24 april 2012

Definitief lesidee Drama

Deze les is bedoelt voor de groepen 1, 2, 3 en misschien 4.
Allereerst zal de leerkracht de  leerlingen het boek ‘Het verhaal van Dierderik Stadsmuis’ van Beatrix Potter gaan voorlezen. In grote lijnen gaat het boek over een klein veldmuisje, genaamd Pimmie. Pimmie is per ongeluk in een groentemand terecht gekomen en komt zo in de stad terecht. Daar ontmoet hij andere stadsmuizen, maar deze muizen doen alles heel anders.
Na 1 keer het verhaal voorlezen zal het nog niet voor alle kinderen helemaal duidelijk zijn waar het verhaal nou helemaal om draait. Contrast tussen stad en platteland. Daarom is het belangrijk dat de leerkracht het boek blijft voorlezen (herhaling op herhaling) tot alle kinderen in de groep het zullen begrijpen.
Alle kinderen krijgen daarna een rol in het verhaal en gaan het met elkaar naspelen.


In principe is het niet lastig om dit verhaal na te spelen, maar muizensnuitjes en een grote fruitmand zullen het verhaal wel sterker maken. De muizensnuitjes kun je kopen maar dan kost dat best veel geld. Je kunt ze de kinderen natuurlijk ook zelf laten maken, dan kun je ook de emoties van de muizen op het gezicht maken.


Leuk zou het natuurlijk zijn als de leerlingen het bijvoorbeeld aan hun ouders/verzorgers kunnen laten zien, tijdens de afsluiting van het thema.

zaterdag 21 april 2012

Muziek


 Dit liedje is bedoeld voor de kleuters, wij gaan alles voor muziek doen aan de hand van dit liedje.

De les:

Tijdens deze les komen er drie begrippen aan bod van muziek, namelijk:
-       Luisteren tijdens de muziekles.
-       Het zingen en aanleren van muziek.
-       Het noteren en vastleggen.

Doel van de les:
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen het liedje “in ons huis” zingen.

Voorbereidingen die getroffen moeten worden:
-       Er moeten verschillende geluiden in huis opgenomen worden.
-       Zorgen voor een mogelijkheid om deze geluiden af te spelen.
-       Een groot vel papier.
-       Een dikke stift.
-       Praatplaat van een huis.

De les:
-       De les begint met het luisteren van een geluid uit huis. Hierbij moeten de leerlingen raden wat het geluid is en op de praatplaat wijzen ze aan waar dit geluid thuishoort.
-       Ditzelfde wordt bij nog een paar andere geluiden uit huis gedaan.
-       De leerkracht vertelt de leerlingen dat hij/zij een leuk liedje heeft over geluiden in huis.
-       De leerkracht zingt het liedje voor.
-       Om het nummer bekender te maken voor de leerlingen zingt de leerkracht het lied nog een keer voor (de leerlingen die denken dat ze al een deel mee kunnen zingen, mogen mee zingen), maar dit keer moeten de kinderen erop letten welke geluiden er in het huis te horen zijn.
-       Er wordt besproken welke geluiden er te horen zijn. Samen met de klas wordt besproken hoe deze uitgebeeld kunnen worden. Ook wordt er een beweging verzonnen bij "maar ik luister goed, want ik wil alles horen".
-       De leerkracht zingt het lied nog een keer (de leerlingen mogen al proberen mee te zingen), de bewegingen worden bij de geluiden gemaakt.
-       Het zingen van het lied en het uitbeelden van de geluiden wordt nog een paar keer herhaald.
-       Leerkracht vraagt aan de leerlingen hoe de regel "soms klinkt het heel er hard" gezongen kan worden. En hoe dan de regel "soms klinkt het heel erg zacht".
-       Het lied wordt nog een keer gezongen, maar nu met de gebaren en het harder en zachter zingen.
-       Het lied wordt nog een paar keer gezongen.
-       De leerkracht stelt aan de klas voor om het nummer op een of andere manier op te schrijven zodat iedereen weet en ziet waar ze zijn met zingen en hoe het liedje verder gaat.
-       De leerkracht vraagt aan de kinderen hoe de woorden “in ons huis” zo getekend kunnen worden zodat iedereen in de klas snapt waar het over gaat. Dit teken tekent de leerkracht helemaal links bovenin (het begin van de vastlegging). Om deze tekening wordt een vierkant getekend (voor het overzicht).
-       Vervolgens vraagt de leerkracht hetzelfde over het stukje “klinken heel veel geluiden” Deze tekening komt rechts van de eerste tekening te staan.
-       Zo gaat de leerkracht samen met de klas heel het nummer af.
-       Wanneer het vastleggen van het lied klaar is wordt het lied gezongen en wijst de leerkracht steeds aan waar ze zijn.
-       Het lied kan zo nog een paar keer herhaald worden, als hier nog aandacht/behoefde voor is.

Mindmap van muziek:

Zingen en aanleren van muziek:
 
Dit nummer heeft als doelgroep de kleuters.

-       Om de leerlingen kennis te laten maken met het nummer zingt de leerkracht het nummer eerst een keer voor.
-       De leerkracht vraagt aan de leerlingen waar het liedje over gaat, de leerlingen denken hierover na en antwoorden. Eventueel zingt de leerkracht het lied nog een keer.
-       Om het nummer bekender te maken voor de leerlingen zingt de leerkracht het lied nog een keer voor (de leerlingen die denken dat ze al een deel mee kunnen zingen, mogen mee zingen), maar dit keer moeten de kinderen erop letten welke geluiden er in het huis te horen zijn.
-       Er wordt besproken welke geluiden er te horen zijn. Samen met de klas wordt besproken hoe deze uitgebeeld kunnen worden. Ook wordt er een beweging verzonnen bij "maar ik luister goed, want ik wil alles horen".
-       De leerkracht zingt het lied nog een keer (de leerlingen mogen al proberen mee te zingen), de bewegingen worden bij de geluiden gemaakt.
-       Het zingen van het lied en het uitbeelden van de geluiden wordt nog een paar keer herhaald.
-       Leerkracht vraagt aan de leerlingen hoe de regel "soms klinkt het heel er hard" gezongen kan worden. En hoe dan de regel "soms klinkt het heel erg zacht".
-       Het lied wordt nog een keer gezongen, maar nu met de gebaren en het harder en zachter zingen.
-       Het lied wordt nog een paar keer gezongen, totdat het goed gaat of totdat de leerlingen het niet meer vol houden. Wanneer het laatste het geval is kan er een andere keer verder geoefend worden.

Spelen op instrumenten:

Dit doen we op het net aangeleerde nummer, "in ons huis". Deze les wordt gegeven in de kring.

-       Het lied wordt nog een keer gezongen voor de herhaling.
-       De leerkracht haalt verschillende muziekinstrumenten tevoorschijn.
-       De leerkracht vraagt een leerling naar voren te komen en een van de muziekinstrumenten te bespelen. De rest luistert goed.
-       De leerkracht vraagt aan de klas of dit geluid gebruikt kan worden om een van de geluiden in huis na te spelen. Zo ja welk geluid? Dit muziekinstrument wordt apart gelegd.
-       Hetzelfde wordt gedaan met de andere muziekinstrumenten. Ook wordt er een geluid gezocht voor de regel "maar ik luister goed, want ik wil alles horen".
-       Van ieder muziekinstrument zijn er minimaal 2 aanwezig. De leerkracht deelt de gekozen muziekinstrumenten willekeurig uit. De leerlingen met muziekinstrumenten bespelen hun muziekinstrument wanneer er over het bijpassende geluid gezongen wordt, de leerlingen zonder muziekinstrument zingen het liedje.
-       De instrumenten kunnen gewisseld worden.
-       De leerkracht geeft de leerlingen met muziekinstrument de instructie om heel hard te spelen bij het stukje "soms klink het heel erg hard" en zachtjes te spelen bij het stukje "soms klinkt het heel erg zacht". 
-       Nu kan het liedje nog een paar keer gespeeld worden.


Noteren en vastleggen:
 
We gaan dit doen aan de hand van het aangeleerde nummer.

-       Het lied “in ons huis” wordt nog een keer gezongen/herhaald.
-       De leerkracht vraagt aan de kinderen hoe de woorden “in ons huis” zo getekend kunnen worden zodat iedereen in de klas snapt waar het over gaat. Dit teken tekent de leerkracht helemaal links bovenin (het begin van de vastlegging). Om deze tekening wordt een vierkant getekend (voor het overzicht).
-       Vervolgens vraagt de leerkracht hetzelfde over het stukje “klinken heel veel geluiden”. Deze tekening komt rechts van de eerste tekening te staan.
-       Zo gaat de leerkracht samen met de klas heel het nummer af.
-       Wanneer het vastleggen van het lied klaar is wordt het lied gezongen en wijst de leerkracht steeds aan waar ze.
-       Het lied kan zo nog een paar keer herhaald worden, als hier nog aandacht/behoefde voor is.

Luisteren tijdens de muziek les:
Neem geluiden op in huis. Zorg dat je geluiden uit allerlei kamers hebt, zoals de telefoon, de waterkoker, de computer, de wekker, een hamer, de klok, de tv, spelende kinderen enz. Laat de kinderen raden wat het geluid is. Eventueel kun je ze vragen of ze weten uit welke kamer het geluid komt. Gebruik hier een praatplaat van het huis bij, waar de kinderen naar kunnen kijken terwijl ze luisteren. Sommige geluiden kun je in meerdere kamers horen.

Voorbeeld van een praatplaat (voor grote versie zie de mindmap):



Voorbeelden van geluiden die opgenomen kunnen worden:
-       Het bad dat volloopt
-       De deurbel die gaat
-       Iemand die zijn/haar haar föhnt
-       De telefoon die gaat
-       Iemand die zich scheert
-       Klok die tikt
-       De stofzuiger

Bewegen op muziek:
-       Het nummer “in ons huis” is in de vorige lessen aan geleerd, aan de hand van een paar kleine bewegingen. In deze les worden deze bewegingen vergroot en de “lege stukken” worden opgevuld.
-       Om te beginnen wordt het liedje “in ons huis” herhaald/gezongen.
-       De leerkracht wijst de leerlingen erop dat de bewegingen die ze maken al bijna op een dansje lijkt. De leerkracht stelt voor om er een echt dansje van te maken.
-       De leerkracht stelt voor om terwijl de leerlingen het liedje zingen er vrij bewegingen bij te maken.
-       Een paar leerlingen mogen hun beweging aan de klas voordoen. De rest probeert deze bewegingen na te doen.
-       De leerkracht bespreekt met de klas hoe de “kleine” bewegingen groter gemaakt/gedaan kunnen worden.
-       Deze bewegingen worden stap voor stap ingevoerd in de muziek.
-       Wanneer dit goed lukt kan de leerkracht samen met de klas op zoek gaan naar een beweging om de tijd op te vullen wanneer er nog geen bewegingen zijn.
-       Het liedje wordt nog een paar keer gezongen met het hele dansje erbij.

les idee beeldendevorming

de doelgroep voor onze les is groep 7/8. zij bevinden zich in de zichbare werkelijkheidsfase.

We beginnen met de receptieve fase. Hierbij gaan we naar een 2D, 3D en 4D beeld kijken met de kinderen. dit zullen we doen aan de hand van beeldaspecten en beeldbeschouwingsvragen ( zie de blogs 2D, 3D en 4D).

hierna zullen wij de kinderen de volgende beelden laten zien;




hierna zullen we de opdracht aan de kinderen uitleggen.
deze opdracht is alsvolgt;
maak een slapplek voor iemand van een door jou bepaalde groep (kinderen moeten zelf nadenken welk persoon wat voor slaapplek wil). dit is het beeldend probleem. het technisch probleem wat ze hierbij meekrijgen is , dat ze alleen maar mogen knippen en plakken. Bovendien mogen ze enkel kosteloos materiaal gebruiken.

hierna kunnen de kinderen aan de productieve fase beginnen. het is de bedoeling dat de kinderen eerst op papier gaan schetsen om tot een passend ontwerp te komen ( ontwerp proces). Zodra er een ontwerp is wat de kinderen uit willen gaan werken mogen ze met verschillende vormen kosteloos materiaal gaan experimenteren om te kijken welk materiaal het beste is om hun ontwerp mee uit te voeren ( experimenteel fase). Hierna kunnen ze het eind product gaan maken.

Als alle kinderen uiteindelijk hun eindproduct af hebben start de reflectieve fase. We gaan met de klas kijken of het beeldend en technisch probleem is gelukt. Kunnen de kinderen zien om wat voor soort doelgroep het gaat en is dit alles gelukt net akkeeb naar kosteloos materiaal.

donderdag 19 april 2012

3D Beeld uitgewerkt

Beeld beschouwenWat ik van dit beeld weet is dat het de slaapkamer is van Paleis Versailes het paleis van koning Lodewijk Xlll. Als je naar het beeld kijkt met een open blik dan vallen de rode muren en de gouden accenten direct heel erg op. Waarschijnlijk zal het goud de rijkdom en macht van de Koning Lodewijk Xlll moeten uitstralen. Het is overweldigend als je hier naar kijkt, je kunt het je zelf niet in je slaapkamer voorstellen. Het straalt uit dat hij beter en meer was dan anderen. De rode kleur van de muren maakt het nog overweldigender omdat het op je af lijkt te komen.
Beeldaspecten benoemen
Hoe wordt het beeldaspect licht bij ons 3D-beeld toegepast?
Clair-obscur
Clair-obscur wil zeggen duidelijk contrast tussen licht en schaduw. Zoals te zien, is daar bij het beeld van de slaapkamer in Paleis Versailes geen sprake van.
Diffuus licht
Diffuus licht is als het licht verspreid, egaal en gelijkmatig is, maar wanneer je niet weet waar het licht vandaan komt. Daar is bij dit beeld  wel sprake van. Je ziet dat er licht naast het bed op de muur valt. Waar dat licht vandaan komt weten we eigenlijk niet. Waarschijnlijk zal het door de zon via  een raam op de muur in de slaapkamer vallen.
Indirect licht
Indirect licht is licht dat, van een lichtbron komend, ergens op valt waardoor het weerkaatst word. Dat zie je bij dit beeld goed, omdat het licht waarschijnlijk van de lichtbron zon, weerkaatst word op de rode muur.
Eigen schaduw/gebroken schaduw/kernschaduw Er is in dit beeld sprake van eigen schaduw. De enige schaduw die namelijk duidelijk is op dit beeld is de schaduw van de lamp rechts naast het bed. De schaduw valt op de rode muur, daarom is het een eigen schaduw en geen gebroken of kernschaduw. Ook zie je de schaduw van het bed (links naast het bed) en in de rechterachterhoek zie je ook een schaduw. Maar het is niet geheel duidelijk waar deze schaduw precies van is.
Kunstlicht
In deze afbeelding is gebruik gemaakt van zowel kunstlicht als natuurlijk licht. Het kunstlicht is de kroonluchter die aan het plafond hangt en brand, maar dat zouden ook de beide lampen naast het bed kunnen zijn, alleen brandden deze op het moment niet. Natuurlijk licht is het licht dat je binnen ziet vallen, waarschijnlijk door de zon.
LichtbronnenDe lichtbronnen in dit beeld zijn dus de lampen en de zon.
Lichtrichting
Aangezien het lijkt alsof het licht achter je rug binnen komt (als je met je ogen richting het bed staat) denk ik dat er hier sprake is van meelicht. Het licht gaat van je af.
Hoe wordt het beeldaspect ruimte bij ons 3D-beeld toegepast?
Aanzicht
In dit beeld zien we een vooraanzicht alleen is onze positie niet frontaal maar een beetje naar links.
AfsnijdingAls je goed naar de afbeelding kijkt zie je helemaal aan de rechterkant een stukje van iets wat lijkt op een kroonluchter, maar dat kunnen we niet met zekerheid zeggen. Hier is dus sprake van afsnijding, het past niet meer binnen het kader van het beeld, dus er is maar een klein stukje te zien.
DimensieEr is hier sprake van driedimensionaal, we kunnen hoogte, breedte, en diepte zien in dit beeld.
HorizonEr is in dit beeld geen sprake van een scheiding tussen lucht en aarde.
KikvorsperspectiefAls je goed kijkt naar het beeld lijkt het wel alsof het is genomen vanuit een lager standpunt. Het bed lijkt namelijk erg hoog en je kunt ‘in’ de rand boven het bed kijken.
Overlapping
Natuurlijk is er meerdere malen sprake van overlapping. Bijvoorbeeld overlapping van de muur omdat het bed, de stoel en de lampen ervoor staan. Maar ook een stukje overlapping doordat de kroonluchter voor het bed hangt.
KleurperspectiefEr is in dit beeld veel gebruik gemaakt van kleurperspectief. Kijk alleen al maar eens naar de rode muren. De rode kleur lijkt naar je toe te komen. Maar ook de gouden kleuren van het bed en de lampen lijken naar voren te komen.
Restruimte
In dit beeld zijn de kale rode muren stukken tussenruimte/restruimte.
RuimteomschrijvendIn dit beeld is sprake van ruimte omschrijving, omdat het eigenlijk een open ruimte is die wordt gekenmerkt met grote gouden accenten zoals het bed en de lampen. Deze stralen dan weer rijkdom uit.
StandpuntIk denk dat het standpunt hier zit tussen kikvorsperspectief en normale ooghoogte. Het is namelijk niet helemaal van de grond gezien want dan zou het bed  een ander aanzicht hebben maar op normale ooghoogte kan ook niet omdat je dan over het bed heen zou kijken.
Volume
Het bed neemt een groot deel van het beeld in beslag. Het is dan ook het eerste waar je aandacht naar uit gaat als je dit beeld bekijkt.
Hoe wordt het beeldaspect lijn bij ons 3D-beels toegepast?
ArceringIn dit beeld is geen sprake van arcering.
LijnsoortEr worden in het beeld verschillende lijnen gebruikt. Zo zie je dat de omlijsting op de muur bestaat uit dunne, strakke, rechte lijnen. Evenals de omlijning van het plateau waar het bed op staat. De lijnen op de het zwarte stuk van de muur, zijn dan weer dik, wel strak, en recht. Maar met een ronde vorm in het midden.
Hoe wordt het beeldaspect vorm bij ons 3D-beeld toegepast?
DynamischIn dit beeld wordt geen beweging gesuggereerd, we kunnen dus niet spreken van een dynamisch beeld.
PatroonIn het beeld is weldegelijk een patroon te zien. Kijk maar eens naar de muur, deze is behangen met behang waar een bepaald patroon in zit. Maar ook het bed zit vol met bepaalde patronen, die elke keer weer terugkomen.
Plastiek
Het is duidelijk een driedimensionaal beeld, omdat we er hoogte, breedte en diepte in kunnen zien.
Statisch
Aangezien er geen beweging gesuggereerd wordt in dit beeld, is inderdaad een statisch beeld.
Vormcontrast
In het zwarte gedeelte van de muur zie je een vormcontrast. Namelijk rechthoekig tegenover een ronde vorm.
Hoe wordt het beeldaspect kleur bij ons 3D-beeld toegepast?
AardkleurenAardkleuren zijn kleuren die veelal gemengd zijn met bruin. Dat zie je vooral terug in het bed, daarin zijn veel aardkleuren gebruikt.
ComplementaircontrastIn dit beeld is niet gewerkt met complementaire contrast. Globaal gezien zou dan naar het rood, de kleur groen gebruikt moeten zijn. Maar dat is niet het geval. En naast de geel/goudenkleur zou dan groen moeten zijn gebruikt, ook dat is niet zo.
Kleurzuiverheid/kleurverzadigingOm een voorbeeld te geven van de kleurverzadiging, gebruiken we even de kleur rood van de muren. Deze kleur is niet het rood wat in de primaire kleuren tot rood behoort. Het is met wit gemengd en daardoor komt de kleur ook minder hard over. De kleur goud daartegenin is juist weer heel zuiver. Het spat eruit.
PastelkleurenIn dit beeld zijn geen pastelkleuren te zien. Het rood van de muur is wel met wit gemengd, maar nog niet zoveel dat het tot een pastelkleur leidt.
Primaire kleurenVan de primaire kleuren rood, geel en blauw is in dit beeld weinig te zien.
Symbolische kleurDe kleur goud in het beeld moet heel veel rijkdom uitstralen. Maar ook macht. De rode kleur in de kamer is waarschijnlijk bedoelt voor warmte, aangezien deze niet zo fel rood is.
Tertiaire kleurenIn het beeld wat we zien zijn veel kleuren gebruikt die niet voorkomen op de kleurencirkel staan. We kunnen dus spreken van het gebruik van veel tertiaire kleuren.
Hoe wordt het beeldaspect compositie bij ons 3D-beeld toegepast?
CompositiegrondvormenEigenlijk kunnen we hier spreken van een diagonaalcompositie alles staat van rechtsonder naar linksboven. Als je de diagonaal neemt van de grondlijn van de kamer dan. Het enige wat dan daarbuiten valt is de kroonluchter die aan het plafond is vastgemaakt.
RitmeEr is hier sprake van herhaling als we kijken naar de lampen rechts en links van het bed, deze zijn hetzelfde. Maar ook herhaling van kleur in bijna alle meubelen komt de kleur goud terug.
Hoe wordt het beeldaspect textuur bij ons 3D-beeld toegepast?
StructuurIn het beeld is wel een vorm van structuur te vinden. Namelijk de indeling van de kamer. Die is zo omdat diegene vond dat het op deze manier handig was.
Vragen stellen aansluitend bij ontwikkelingsfases
Bij de ontwikkelingsfase favoritisme zou je aan een kind de vraag kunnen stellen of ze het beeld mooi vinden. Het antwoord van een kind zal al snel nee zijn. Als je daarmee doorvraagt waarom niet. Kleuren, vormen, beelden, dan zal je er al snel achter komen dat het kind het niet mooi vind omdat het niet aansluit op de belevingswereld. Voor hun is het een bed in een kamer zoals dat bij ieder ander ook had kunnen zijn.
In de ontwikkelingsfase ambachtelijk, zou je dezelfde vraag aan het kind kunnen stellen. Vind je dit beeld mooi? Het kind zal op dat moment anders naar de afbeelding kijken en aangezien het niet anders is dan een bed hoort te zijn, zal het kind de afbeelding niet lelijk vinden.
Bij de ontwikkelingfase expressiviteit zou je een kind de vraag kunnen stellen waarom er zoveel goud in de kamer gebruikt zou zijn. Het kind zal dat dan met verdere kleine vervolg vragen makkelijk kunnen achterhalen.

woensdag 18 april 2012

Opdrachten beeldendevorming

4D Beeld

Het filmpje dat we gekozen hebben als 4D beeld is een rond draaiende wolkenkrabber die in Dubai zou komen te staan, maar waar nog steeds niet aan begonnen is.



Beschouwen
 
Beschouwen met het beeld als uitgangspunt:

·         Wat zie je?
Heel het filmpje lang is er een toren (wolkenkrabber) te zien waarvan de onderdelen (verdiepingen) apart van elkaar draaien, maar wel zo dat de gehele wolkenkrabber één geheel blijft. Het oogt als een soepele beweging. Het lijkt erop alsof de gehele wolkenkrabber uit glas bestaat. Tijdens deze bewegingen is de wolkenkrabber te zien bij dag en dan bij nacht, met steeds een ander uitzicht (met de zee, of de stad op de achtergrond). Wat opvalt zijn de lichtstralen die uit de stad komen (vooral als het nacht is), dit lijken schijnwerpers.
Ook is de wolkenkrabber van binnen te zien, eerst is er een kamer te zien met stoelen en tafels (met uitzicht op zee, bij dag en bij nacht, bij nacht zie je een schijnwerper en vuurwerk). Vervolgens is er een flits te zien van 2 vrouwen die in een zwembad staan en kijken naar het uitzicht (de zee). Dan volgt er een flits van een Ferrari in een kamer met uitzicht op een stad.
ook is er te zien hoe verschillende kamers aan elkaar geschoven worden .
·         Welke beeldaspecten zijn er gebruikt?
Zie de beschrijving bij beeldaspecten.
·         Hoe is het gemaakt?
Het is duidelijk dat deze beelden niet zijn opgenomen, maar met de computer zijn gemaakt. er is niet te zien welke technieken ze hiervoor gebruikt hebben.
·         Waarom zou de kunstenaar dat zo gedaan hebben?
De maker van het filmpje heeft waarschijnlijk bewust gekozen voor een filmpje. Door te kiezen voor een filmpje zijn de bewegingen goed uit te beelden (onder verschillende omstandigheden) en is het makkelijk om de wolkenkrabber aan mensen te laten zien. Wanneer de maker gekozen zou hebben voor een maquette, zou deze moeilijk mee te nemen zijn. Daarbij komt dat de maker het gebouw nu ook kan laten zien terwijl hij helemaal niet in de kamer is van de kijker.
·         Wat bedoelt hij ermee?
Dit filmpje is waarschijnlijk gemaakt om de toekomstige wolkenkrabber te promoten. Maar wat bedoelt de maker met de wolkenkrabber? De maker wil iets unieks/groots doen op het gebied van wolkenkrabbers. De bedoeling is waarschijnlijk het onmogelijke waar te maken, na draaiende huizen nu ook een draaiende wolkenkrabber te creëren.

Beschouwen uitgaand van de beschouwer.

·         Wat betekend wat ik zie voor mij?
Wat ik zie is voor mij heel onwerkelijk, voor mij betekend het de toekomst. Dit soort gebouwen zie ik voor me over een paar honderd jaar, maar nu nog niet. Ik voel niet echt een band met wat er te zien is op het filmpje, het is een omgeving die ik niet ken, maar het is vooral omdat ik me niet kan indenken dat er zo iets bestaat/binnen kort bestaat.
·         Wat gebeurt er in mij wanneer ik dit filmpje zie?
Wanneer ik dit filmpje zie, kijk ik vol ongeloof naar de beelden. Kan dit echt, bestaat er al zo een wolkenkrabber?
Hoe zou het zijn om in een draaiend huis te wonen, wordt je dan niet misselijk?
Wow dat kost veel energie, al die verdiepingen laten draaien.
In z’n huis zou ik wel willen wonen.
De stad zier er wel druk uit met al die hoge gebouwen, maar de zee ziet er heel rustig uit, net zo als de inrichting van het huis (dit komt waarschijnlijk door de lichte kleuren).
·         Waarom trekt dit filmpje mijn aandacht?
dit filmpje trekt mijn aandacht omdat er iets op te zien is wat ik zelf voor onmogelijk hou. Dus het filmpje trekt mijn aandacht omdat ik nieuwsgierig word naar wat er op te zien is.
·         Denk ik er anders over dan de maker van het filmpje?
Ik denk er zeker anders over dan de maker van het filmpje, wanneer je z’n filmpje maakt ben je van plan het te gaan bouwen. Dus voor de maker is dit al realiteit terwijl het voor mij nog heel ondenkbaar is. Ik denk dat de maker de wolkenkrabber in het filmpje expres aan de kust heeft gezet, zo trekt het de aandacht van de mensen die houden van een beetje drukte (de stad) en de aandacht van de mensen die houden van rust (de zee).


Beeldaspecten
Hoe wordt het beeldaspect licht toegepast bij dit filmpje over een draaiende wolkenkrabber in Dubai?
Diffuus licht:
’s Nachts is heel duidelijk te zien waar het licht vandaan komt, maar overdag is dit niet duidelijk. Het licht komt waarschijnlijk van de zon, maar het licht is egaal en gelijkmatig te zien. Dit noemen we ook wel diffuus licht.
Eigen schaduw en schaduw:
wanneer de wolkenkrabber overdag rond draait is op het gebouw zelf een schaduw te zien, een eigen schaduw.
voor de rest zijn er geen schaduwen te zien, dit komt vooral omdat de grond onder de wolkenkrabber niet te zien is.
Kunstlicht:
Overdag is er sprake van een natuurlijke lichtbron, namelijk de zon. Maar ’s nachts geeft de wolkenkrabber zelf en de gebouwen eromheen  licht, dan is er sprake van kunstlicht. Kunstlicht is licht dat wij zelf makkelijk kunnen regelen (de lampen in de wolkenkrabber).
Lichtbron:
Wat zijn nu eigenlijk de lichtbronnen in filmpje?
Als je kijkt zou dit overdag de zon zijn en ’s avonds komt het licht van de gebouwen af. Het is  niet te zien of dit licht afkomstig is van een tl-buizen, een schemerlampje enzo. Ook zal er ’s nachts een beetje licht afkomstig zijn van de maan.
Lichtrichting:
In het filmpje is niet duidelijk een lichtrichting te zien. Het enige licht dat een lichtrichting heeft zijn de schijnwerpers op de achtergrond, dus licht van onder.

Hoe wordt het beeldaspect ruimte toegepast bij dit filmpje over een draaiende wolkenkrabber in Dubai?
Aanzicht:
De wolkenkrabber is steeds van een kant te zien. Dit zou dan het zijaanzicht zijn, maar het kan ook het vooraanzicht zijn. Het is niet duidelijk op het filmpje wat de voorkant van de wolkenkrabber is (dus ook niet of er een vooraanzicht is te zien), wie weet is er niet echt een voorkant, doordat het gebouw alsmaar in beweging is. Ook al denk ik wel dat er een voordeur/hoofdingang is, dus ook een vooraanzicht.
Afsnijding:
In het filmpje is er op verschillende momenten sprake van afsnijding. Sowieso is er heel het filmpje sprake van afsnijding wanneer er naar de achtergrond gekeken wordt, deze lijkt naast het kader door te lopen. Van de wolkenkrabber wordt een paar keer alleen de bovenkant geshowd, hier lijkt die dus ook door te lopen onder het kader, dus afsnijding. Wanneer de wolkenkrabber van binnenuit is te zien zie je ook niet de hele kamer, de kamer lijkt door te lopen buiten het kader, dus ook hier is er sprake van afsnijding.
Dimensie:
Er is sprake van de vierde dimensie, er is een hoogte, een breedte, een diepte en er sprake van een tijdsverloop.
Perspectief:
In het filmpje wordt er op verschillende manieren ruimtesuggestie gegeven.
Zo wordt er lijnperspectief toegepast doordat er een horizon aanwezig is. Maar er is op een gegeven moment een beeld van de wolkenkrabber aan een weg, hier wordt de weg aan het eind steeds smaller en gaan de gebouwen steeds dichter op elkaar staan, er is dus ook sprake van verdwijnpunt/vluchtpunt.
Atmosferisch perspectief is te zien aan de horizon, de gebouwen die daar staan zijn niet meer zo gedetailleerd (vager dan de rest), zijn blauwer en minder fel gekleurd.
Overlapping:
Er vindt bij de wolkenkrabber zelf weinig overlapping plaats, wanneer de wolkenkrabber helemaal is te zien wordt de onderkant overlapt door bosjes of andere gebouwen. Ook vindt er overlapping plaats tussen de gebouwen om/achter de wolkenkrabber.
Parallelprojectie:
Er is parallelprojectie te zien wanneer er meerdere wolkenkrabbers naast elkaar te zien zijn, deze gebouwen staan in het echt parallel van elkaar en in de beelden ook.
Standpunt:
In het filmpje is er sprake van kikvorsperspectief, wanneer de wolkenkrabber een keer vanaf de onderkant gekeken wordt. Maar ook meerdere keren is er sprake van vogelperspectief, dus alles vanaf hoogte gezien. Ook wordt de wolkenkrabber een keer uit de verte bekeken, maar gewoon vanaf normale ooghoogte.
Volume:
Heel het filmpje lang neemt de wolkenkrabber veel van het beeld in beslag, de wolkenkrabber heeft een groot volume.

Hoe wordt het beeldaspect lijnen toegepast bij dit filmpje over een draaiende wolkenkrabber in Dubai?
Lijnsoort:
Er zijn in het filmpje veel lijnen te zien, al deze lijnen bevatten concrete lijneigenschappen. Lijneigenschappen die voorkomen in het filmpje zijn: dik, dun, recht, gebogen, gebroken, onderbroken.
Linieair:
De wolkenkrabber is opgebouwd uit allemaal verschillende verdiepingen, deze bewegen afzonderlijk van elkaar, dus de verdiepingen zijn goed van elkaar te onderscheiden. Hierdoor lijkt de wolkenkrabber lineair.

Hoe wordt het beeldaspect vorm toegepast bij dit filmpje over een draaiende wolkenkrabber in Dubai?
Contour:
Het is de wolkenkrabber waar heel het filmpje over gaat, dit is duidelijk te zien doordat hij altijd in het midden van het beeld staat en groot is afgebeeld. De wolkenkrabber is een silhouet en de begrenzing hiervan noemen we de contour van de wolkenkrabber.
Dynamisch:
Er wordt een beweging gemaakt/gesuggereerd  (het draaien van de wolkenkrabber), dus het is een dynamisch beeld.
Patroon:
Een beschrijving van een patroon is “een ordening van vormen”. De wolkenkrabber bestaat uit allemaal verdiepingen die afzonderlijk van elkaar bewegen, hierdoor ontstaat een spiraalvorm. De verdiepingen zijn geordend.
Vorm:
De vorm van de wolkenkrabber heeft de volgende kenmerken: hij is hoekig, het is een organische vorm door de beweging die die maakt, hij is asymmetrisch, de wolkenkrabber is samengesteld uit meerdere verdiepingen, het is een gesloten figuur en hij is uit lijnen opgebouwd (lineair).

Hoe wordt het beeldaspect kleur toegepast bij dit filmpje over een draaiende wolkenkrabber in Dubai?
Aardkleuren:
Wanneer het nacht is worden er veel met bruingemengde kleuren gebruikt.
Complementaire kleuren:
Een keer wordt de wolkenkrabber afgebeeld in het donker met de kleuren paars en geel, deze twee kleuren staan recht tegen over elkaar in de kleurencirkel en zijn dus complementaire kleuren van elkaar.
Kleurencontrast:
Wanneer het nacht is geeft de wolkenkrabber licht terwijl de rest donker is, dit is een licht-donkercontrast.
Wanneer de wolkenkrabber paars/geel is tegen de donkere achtergrond van de nacht is er sprake van een kwantiteitscontrast, omdat deze twee kleuren sterk afwijken van de andere kleuren.
Wanneer de wolkenkrabber lichtblauw wordt afgebeeld tegen de lichte kleuren van de zee en lucht is er sprake van een kwaliteitscontrast, omdat deze kleuren dezelfde kleursoort hebben.
Pastelkleuren:
Wanneer het interieur te zien is, zijn er veel zachte kleuren te zien. Dit is ook zo met de lucht.

Hoe wordt het beeldaspect compositie toegepast bij dit filmpje over een draaiende wolkenkrabber in Dubai?
Compositiegrondvormen:
Er is sprake van een centrale compositie, de wolkenkrabber staat in alle beelden centraal.
Uitsneden:
Heel de tijd lijkt het alsof er gekeken wordt als door een raampje. Niet alles is te zien, er is een gedeelte te zien.
Hoe wordt het beeldaspect textuur toegepast bij dit filmpje over een draaiende wolkenkrabber in Dubai?
Structuur:
er is in de gebouwen een duidelijke indeling te zien. in de wolkenkrabber zie je een indeling van de verdiepingen en in de gebouwen daarachter is de indeling van de raampjes te zien.



Vragen stellen bij het beeld
Ik ga de vragen stellen aan een kind in het expressieve stadium.
De kenmerken van dit stadium zijn dat het beeld wordt opgevat als een uitdrukking van een betekenis die erin is gelegd door de maker. Het gaat vooral om de intentie van de maker, dat wil niet zeggen dat er geen associatie plaats vind.

·         Wat valt je het eerst op als je hiernaar kijkt?
Mij valt het eerst op dat in het midden van het beeld een gebouw staat, maar dit gebouw is een beetje raar, want het beweegt, het kronkelt.
·         Waardoor komt dat?
Dit valt vooral op omdat het gebouw steeds in het midden van het beeld staat en de omgeving eromheen beweegt niet.
·         Word je nieuwsgierig als je dit filmpje ziet?
Ja, ik ben benieuwd of het echt kan een gebouw dat zo hoog is te laten bewegen, maar ook waarom de maker van het filmpje een bewegend gebouw wil maken. Misschien wil hij iets doen wat onmogelijk lijkt.
·         Krijg je een bepaald gevoel van dit filmpje?
Ja, ik wordt er een beetje bang van, vooral in het begin.
·         Hoe komt dat?
Door de muziek die eronder zit en omdat de beelden eerst best donker zijn.
·         Hoezo denk je dat de maker voor deze muziek gekozen heeft?
Ik denk niet om mij bang te maken, maar om te laten zien hoe bijzonder het is wat hij wil gaan maken.

Voor meer informatie over de wolkenkrabber, ga naar http://www.onri.nl/projecten/rotating-towers.